Ook Belgische piloten en eenheden namen deel aan de operaties op D-Day. Voor 350 Sq was er een specifieke rol weggelegd: het beschermen van de schepen en landende troepen gedurende 24 uur.
François Venesoen
Daarvoor hadden ze in de aanloop naar D-Day speciaal getraind vanop Peterhead in Schotland. Ook 349 Sq was van de partij en bij hun derde operatie van de dag stoten ze in de buurt van Caen op een groep Duitse gevechtsvliegtuigen: twee werden er neergeschoten terwijl drie andere beschadigd werden.
Op die eerste dag verloor 350 Sq echter ook F/Lt François Venesoen, waarschijnlijk geraakt door flak; hij slaagde erin om te springen. Zijn vleugelman zag hem worstelen om in zijn dinghy te geraken maar helaas is hij sindsdien vermist.
Een andere belangrijke eenheid voor de Belgen in de Royal Air Force was 609 Squadron: over de vijf jaar van de Tweede Wereldoorlog was ongeveer één derde van de piloten in deze eenheid Belgisch. Hun Typhoons waren ook van de partij op D-Day: ze vlogen over de streek achter de kust, vielen een Duits radarstation aan en schoten op alles wat bewoog met hun raketten en 20 mm kanonnen. Ook in de weken na D-Day zouden Six-O-Nine en de andere Typhoon squadrons, waarin ook enkele Belgische piloten vlogen, een bepalende rol spelen bij het terugdringen van de Wehrmacht.
Duxford 1942, de Belgische minister Camille Gutt bezoekt de Belgische 609'ers. (L. tot R.) Raymond "Cheval" Lallemant, Christian Ortmans, Jean de Selys, André Blanco, François de Spirlet, C. Gutt, Raymond Roelandt, Remy Van Lierde.
Belgian Wings
Op 18 juni 1944 kwam 609 Squadron naar het vasteland, meer bepaald naar Advanced Landing Ground B-2. B-2 Bazenville (soms ook vermeld als B-2 Crépon) lag in de velden tussen de dorpen Bazenville, Crépon en Villers-le-Sec. De bouw van dit geïmproviseerd vliegveld begon kort na middernacht op D-Day en was bijna klaar op 9 juni toen een B-24 er een noodlanding maakte en daarbij nogal wat schade aanrichtte, wat de ingebruikname vertraagde. Maar op 11 juni was B-2, het tweede Britse vliegveld in Normandië (B-1 lag vlakbij in Asnelles-sur-Mer), klaar om de Canadese Spitfires van 127 Wing te ontvangen. Het werd ook gebruikt voor de evacuatie van gewonden, het bijtanken van squadrons die van Groot-Brittannië invlogen voor operaties boven het vasteland maar er niet gebaseerd waren, en piloten met een technisch probleem konden er landen indien het risico bij de terugvlucht over het Kanaal te groot was.
Het is mogelijk dat ook 349 Sq kort gebruik maakte van B-2. In Mike Donnet’s boek ‘Ils en étaient’ (Pierre De Meyere, 1979), de geschiedenis van 349 en 350 Squadrons, vermeld hij een ongedateerde passage op B-2; in Guy De Win’s geschiedenis van 349 (‘From Sunrise to Sunset’, BAHA & Historische Dienst van de Belgische Strijdkrachten, 2002) staan dan weer verschillende data voor landingen op ALG’s in Normandië zonder de precieze plaats. 609 Squadron, deel van 123 Wing, bleef slechts vier dagen op B-2 maar de Canadese 127 Wing bleef er tot eind augustus 1944. Leven en werken op een ALG, zeker in de eerste weken na D-Day, was niet altijd eenvoudig: de eerste ALG’s lagen vlakbij de invasiestranden maar ook het front zelf was slechts enkele kilometers verwijderd. De Duitse artillerie nam de vliegvelden regelmatig onder vuur en opstijgen kon niet in om het even welke richting door de nabije Duitse flak.
De eerste ideeën voor het monument kwamen van Adjudant Kurt Plyson, van de IPR dienst van Comopsair. Samen met de andere leden van die dienst, was hij de centrale spil om de nodige ‘goodwill’ en de steun van de Luchtmacht voor het concreet project uit te bouwen.
De algemene ondersteuning van het project was in handen van Eric Rombouts (reserve luitenant-kolonel van het vliegwezen), die actief is in verschillende vzw’s rond de Belgische luchtvaart en in een aantal historische organisaties.
Voor de realisatie van het monument hebben ze contact genomen met het Departement Air van de Koninklijke School voor Onderofficieren in Saffraanberg. Daar heeft een team onder coördinatie van Adjudant Jürgen Fontaine de modellen van de vliegtuigen van 609, 349 en 350 Squadrons in dit dynamisch monument verwerkt. Ter plaatse in Crépon, werd een terrein vlak bij de Advanced Landing Ground B2 Bazenville, ter beschikking gesteld door Koen Sileghem, de Belgische eigenaar van de “Ferme de la Rançonnière”.
Het gedenkteken voor de Belgische piloten en eenheden die aan Operatie Overlord deelnamen staat in Crépon aan de Ferme de la Ranconnière, in 1944 een grote boerderij, tegenwoordig een hotel-restaurant. Het is een mooi en origineel gedenkteken geworden: twee Spitfires in formatie, symbool voor 349 en 350 Squadrons, met ernaast een optrekkende Typhoon voor 609 Sq. De drie vliegtuigen zijn mooi uitgevoerd in metaal met invasiestrepen erop aangebracht. Ze werden op een pleintje geplaatst met drie infoborden over het vliegveld B-2, over de gemeente Crépon en haar ‘ferme-manoirs’ (grote boerderijen), en een derde bord met informatie over 349, 350 en 609 Squadrons. De inhuldiging had plaats op donderdag 23 mei 2019. Er was een flinke delegatie van de Belgisch Luchtmacht met een doorvlucht van vier F-16s van 349 en 350 Sqn (met invasiestrepen). Bovendien was ook de Nederlander Remco Sijben van de partij met zijn Stinson V-77 N1943S in Royal Navy kleuren met invasiestrepen. Hij maakte een doorvlucht waarbij Poppies uitgestrooid werden.
We bezochten het gedenkteken de dag na de inhuldiging en maakten er kennis met Bernard Vereecke. Hij vertelde fier dat hij als tweejarige jongetje op een foto op het infobord over het vliegveld stond. Zijn familie vluchtte in 1940 vanuit Langemark, aanvankelijk naar Noord-Frankrijk, later naar Normandië, omdat thuis bijna niks meer recht stond van de ouderlijke boerderij. De familie vestigde er zich tijdens de oorlog en bleef er ook na de oorlog wonen; vader Léon Vereecke kon er verder als boer aan de kost komen en uiteindelijk ook een boerderij verwerven. Zoon Bernard, geboren in 1942, zette later de boerderij verder. Deze boerderij is nu het hotel-restaurant Ferme de la Ranconnière, uitgebaat door Belg Koen Sileghem en zijn echtgenote Isabelle Vereecke, de dochter van Bernard (www.ranconniere.fr/). Het is dus geen toeval dat het Belgische gedenkteken hier geplaatst is.
Het gedenkteken voor 83 Group Control Center RAF.
hangarflying.eu
Aan de kerk van het nabijgelegen Bazenville staat een gedenkteken voor 83 Group Control Center RAF die vanop Bazenville de luchtoperaties in goede banen leidde, voor de drie Canadese squadrons van 127 Wing, 403, 416 en 421 Sqn, en voor Pierre Closterman die op 15 juni 1944 voor de eerste maal terug voet aan de grond zette in Frankrijk. Iets verder in de richting van Ryes ligt een Commonwealth War Graves Commission begraafplaats met 870 graven (waarvan 275 Duitse). De regio is ondergedompeld in de geschiedenis van Operatie Overlord, met vlakbij de kunstmatige haven van Arromanches, maar in bijna elk dorpje zal je iets vinden dat herinnert aan deze periode. We kunnen een bezoek aan het Belgian Overlord Wings 1944 gedenkteken en de omliggende regio heel warm aanbevelen.
Bron: hangarflying.eu
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt? Laat het ons weten, zo wordt onze berichtgeving alleen maar beter. Wij gaan hier zo snel mogelijk mee aan de slag. Je persoonlijke gegevens worden vertrouwelijk behandeld.
Fout meldenGebruik kortingscode DDAYINFO en krijg overal 30% korting op.
Deze website maakt gebruik van Cookies om het gebruiksgemak te vergroten. Door op ‘Ok’ te klikken, geef je toestemming voor het gebruik ervan.
Meer info? Lees onze privacyverklaring en cookieverklaring.