D-day was de dag waarop de geallieerde landingen in Normandië plaatsvonden.
Het markeerde de start van Operation Overlord op 6 juni 1944.
D-day vond plaats op 6 juni 1944 en was de grootste militaire invasie ooit. Er werden die dag 156.000 geallieerde troepen ingezet. Ze maakten vanuit Zuid-Engeland de oversteek naar Normandië. Daar moesten ze via lucht- en amfibische landingen een bruggenhoofd (vaste voet aan wal) vestigen.
Daarnaast waren de geallieerde landingen in Normandië het begin van Operation Overlord. Een belangrijke onderneming met als gevolg de uiteindelijke bevrijding van West-Europa.
Alsook werd de term ‘D-day’ oorspronkelijk gebruikt om het begin van een belangrijke operatie in te luiden.
De landing in Normandië, was voor de westelijke geallieerden de eerste, grootste en belangrijkste invasie van de Tweede Wereldoorlog. Concluderend uit deze drie factoren is dat waarschijnlijk de reden waarom we dit moment als D-day beschouwen.
Er waren veel redenen waarom deze dag moest plaatsvinden.
De voornaamste reden voor het ontstaan van D-day was de noodzaak van een tweede front in Europa. De Duitsers vielen namelijk in 1941 de Sovjet-Unie binnen. Daardoor hadden ze de druk in Oost-Europa vrijwel alleen moeten weerstaan. Vervolgens moest er dus een nieuw front geopend worden in West-Europa. Dat hadden de Amerikaanse president Franklin Roosevelt en de Britse premier Winston Churchill aan Stalin beloofd. Die belofte zou het verdere verloop van de Tweede Wereldoorlog bepalen.
De voorbereiding van D-day bestond uit verschillende facetten. Deze moesten ervoor zorgen dat de kans op een geallieerde overwinning gegarandeerd werd.
De stevige grondvesten en de originele plannen waren gelegd door COSSAC (Chief of Staff to the Supreme Allied Commander). Die bestond uit Frederick E. Morgan en zijn geallieerde staf.
COSSAC presenteerde het voorlopige plan tijdens de conferentie van Quebec. Het plan: de landing gebeurd door drie divisies vanuit zee en twee regimenten vanuit de lucht.
De plannen voor D-Day werden in hun definitieve vorm ter tafel gebracht onder supervisie van SHAEF. (Supreme Headquarters Allied Expeditionary Force)
Er werden veel strategische bombardementen uitgevoerd op vliegvelden, fabrieken en transportverbindingen. Dit om de Duitse slagkracht richting het invasiegebied van Normandië te limiteren.
Naast alle andere plannen werden er ook spionnen en operaties ingeschakeld om de Duitsers op het verkeerde been te zetten. Dit met de bedoeling hun zo lang mogelijk af te laten vragen, waar en wanneer de invasie zou plaatsvinden.
De kunstmatige Mulberry havens waren ingenieuze bouwwerken van immense omvang en complexiteit. Deze drijvende havens boden de nodige havenfaciliteiten tijdens de invasie van Normandië. Ze bleven in dienst tot de opstart van de haven van Cherbourg.
Ook de mansschappen en hun materialen moesten voorbereid worden. Onder meer tijdens de oefeningen van Braunton Burrows, Exercise Tiger en Exercise Fabius. De uiteindelijke landingen werden hier zo goed mogelijk gesimuleerd.
Ook de Duitsers wisten dat ze zich moesten voorbereiden op een mogelijke geallieerde invasie in West-Europa. Doch waren er veel onzekerheden. Onder meer de onwetendheid van de landingsplaats en de positionering van de Panzer-reserves verontruste vele Duitse bevelhebbers.
Ook in de maanden voor de invasie werkte men met man en macht aan de versteviging van de Atlantikwall (Atlantische muur). In vele streken bleek de kustverdediging eerder beperkt. Daarom gaf Erwin Rommel, na zijn ondervindingen, de opdracht om de verdediging zo goed mogelijk te optimaliseren. Echter was er niet voldoende mankracht en materiaal voorhanden om de Atlantikwall tijdig te voltooien.
Op 1 mei 1944 legde het opperbevel de streefdatum voor de landingen vast. Eisenhower besliste op 8 mei, in overleg met de andere bevelhebbers, om deze datum één maand uit te stellen. Op die manier kreeg men extra tijd om extra landingsvaartuigen te produceren. Zo kreeg men ook de mogelijkheid om de aanvankelijk geplande aanval met twee legerdivisies uit te breiden naar vijf.
Vervolgens werd Target-date of Y-Day, de dag waarop D-Day vastgesteld moest kunnen worden, vastgelegd op 1 juni. De invasie moest daar zo spoedig mogelijk op volgen. Zo spoedig mogelijk betekende op: Y + 4 (5 juni). Toch stelde ze de landingen met nog één dag uit wegens de slechte weersomstandigheden…
De weersvoorspelling van D-day speelde een cruciale rol betreft de slaagkansen van de invasie. De meteorologen maakten, op 3 juni 1944 in de avonduren, hun analyse. Deze analyse bevatte meerdere depressies. Dat wekte grote zorgen bij het opperbevel. In de ochtend van 4 juni spraken de verschillende meteorologen elkaar tegen. Eisenhower zat al te denken om de invasie zelfs tot 7 juni uit te stellen.
Vervolgens kwam er, zondagavond op 4 juni, een analyse van het weerteam, onder leiding van James Stagg. Er waren twee depressies samengesmolten tot 1 laag net ten noordwesten van Schotland. Het was duidelijk dat het koufront op maandagmiddag 5 juni het Kanaalgebied en de invasiestranden zou passeren. Hierdoor waren de condities voor de landing op dinsdagochtend 6 juni beter dan aanvankelijk ingeschat.
De volgende ochtend – 5 juni 1944 om 04.30 uur verkondigde Generaal Eisenhower de legendarische woorden: ‘Ok, lets go‘. Met deze drie woorden schreef hij geschiedenis. Eisenhower nam één van de belangrijkste beslissingen van niet alleen zijn maar ook anderen hun leven.
Het moment was aangebroken. D-day zou plaatsvinden op 6 juni 1944.
Één van de grootste invasies, die bestond uit lucht- en amfibische landingen, in de hele militaire geschiedenis.
Drie divisies voerden de luchtlandingen uit die plaatsvonden in de nacht van 5 op 6 juni. Dit om hoofdzakelijk de flanken van de amfibische landingen te beschermen.
De Britse luchtlandingen met de 6th Airborne Division vonden ten oosten van de amfibische landingszones plaats. Hun doel was om de bruggen van de Orne te beveiligen, communicatielijnen en de Merville batterij uit te schakelen.
De Amerikaanse luchtlandingen vonden plaats met de 101st en 82nd Airborne Divisions ten westen van de amfibische landingszones. Hun doel was vooral om verbindingswegen en bruggen te veroveren.
De amfibische landingen op D-day kunnen we onderverdelen in vijf zones of stranden. Op ieder van deze stranden werden er divisies toegewezen waarvoor elk een doel vooropgesteld werd.
De Britten kregen Sword beach en Gold beach toegewezen. De Canadezen Juno beach.
De Amerikanen kregen de stranden Omaha beach en Utah beach toegewezen. Vooral op Omaha beach vielen de meeste slachtoffers. De Duitse verdediging was hier veel hardnekkiger. De landing op Utah beach verliep dan weer zonder veel moeite. Daartussen hadden de Amerikaanse rangers als doel zes kanonnen uit te schakelen op Pointe du Hoc. Deze kanonnen konden zowel Omaha- als Utah beach bereiken.
Het was voor velen één van de langste maar belangrijkste dagen die deze oorlog gekend heeft. Het resultaat van de geallieerde landingen bepaalde voor een deel het lot van Europa.
Ook al hadden de geallieerden weinig vooropgestelde doelen op 6 juni behaald, toch creëerde ze er een bruggenhoofd.
Operation Overlord was gestart en de geallieerde strijdkrachten konden hun bevrijdingstocht door West-Europa beginnen.
Hoewel de landingen achter de rug waren, volgden er nog vele moeizame ondernemingen. Operation Overlord begon bij die landingen en zou nog duren tot de bevrijding van Parijs.
Uiteindelijk waren de landingen op 6 juni nog maar het begin. Vervolgens kwam er nog een moeizamere strijd tegen de vastberaden Duitse verdedigers en het stugge Normandische Heggenlandschap.
In de eerste plaats moesten, binnen de veertig dagen, de volgende doelen worden bereikt:
Zodra Cherbourg verovert was, begon de geallieerde opmars te stagneren. Dit was vooral te wijten aan de vijand die zich stilaan wist te organiseren. De Amerikaanse strijdkrachten hadden veel moeite om door te trekken naar het zuiden. De Britse troepen hadden, na de verovering van Caen, eveneens moeite om door te breken naar het zuiden.
Als gevolg moest de opmars nieuw leven ingeblazen worden. Daarom lanceerden de geallieerden Operation Cobra. Deze operatie forceerde een doorbraak van de Amerikanen richting het zuiden. Daarnaast ondersteunden de Britten deze doorbraak. Dus kozen ze ervoor hun tocht naar het zuiden te staken en de Amerikanen in het westen te helpen. De ondersteuning van de Britten droeg de naam Operation Bluecoat.
Als gevolg van deze doorbraak, konden de Duitsers enkel nog terugtrekken via het oosten, ten zuiden van Caen. Vervolgens werden ze omsingeld en dreigde het gat zich te sluiten ter hoogte van het stadje Falaise. Bijgevolg kreeg deze aftocht later de naam ‘Zak van Falaise‘.
Op 25 augustus werd Parijs officieel bevrijd van de Duitse bezetter. Daarnaast was door de bevrijding van Parijs ook het einddoel van Operation Overlord bereikt. Samengevat vochten de geallieerden drie maanden lang een ongeziene strijd uit op dit kleine maar belangrijk stukje van Europa. Hierdoor konden de geallieerde troepen het begin van de bevrijding door West-Europa voortzetten. Later trokken de Britse en Canadese troepen vooral door naar het noorden. Eveneens trokken de Amerikaanse troepen naar het oosten, richting de Duitse grens.
Gebruik kortingscode DDAYINFO en krijg overal 30% korting op.