Het verhaal van het café Gondrée begint bij Georges Gondrée. Hij werd geboren in 1898 in Trouville sur mer. Zijn ouders werkten in een bouwbedrijf. Het soort werk dat hun zoon zeker heeft beïnvloed. Georges, een goedlachse en intelligente man werd opgeleid in Trouville en ging vervolgens een carrière aan in de banksector. Hij heeft vele jaren voor de Lloyds Bank gewerkt en zijn vele ervaringen met de Britse financiën hebben hem geholpen om vloeiend Engels te kunnen spreken. Hij heeft ook voor het Casino in Deauville gewerkt, aan de overkant van de rivier Touques. Hij moest ook vaak in het Casino, dat deel uitmaakte van dezelfde firma, van Cannes gaan werken. Het was in Cannes waar hij zijn vrouw Thérèse heeft ontmoet.
Thérèse werd geboren in de Alsace op 4 augustus 1904. Haar familie waren boeren en bezaten een groot stuk grond. Ze studeerde verpleegkunde in de beroemde school in Straatsburg en werkte laten in het American Hospital in Parijs. Voor haar werk als verpleegster moest ze vaak reizen, vaak naar het zuiden van Frankrijk, onder meer naar Cannes waar ze Georges leerde kennen.
Georges en Thérèse gingen in Bénouville wonen waar ze in het bezit waren van een klein café aan de oever langs de Bénouville-brug. Tijdens de Invasie hadden ze drie dochters: Georgette, Arlette en de pasgeborene Françoise.
De familie had zeker geen voorliefde voor de Duitse bezetter. Ze weigerden ondermeer om hun café te laten dienen als kwartier voor Duitse soldaten. Naarmate de oorlog vorderde, des te meer risico’s en gevaarlijke activiteiten ze ondernamen tegen de bezetter. Thérèse die in de Alsace was opgegroeid kon een aardig woordje Duits. Omwonenden vonden haar accent met Duitse inmenging maar niets maar ze zorgde ervoor om haar kennis van het Duits geheim te houden voor de bezetters zelf. Hierdoor kon ze vaak gesprekken van de soldaten analyseren en belangrijke informatie doorgeven aan het verzet.
De door de familie Gondrée verzamelde informatie hadden een grootte bijdrage aan het inzicht van Majoor Howard en zijn troepen om de defensieve posities rond de brug beter te kunnen inschatten. Onder meer kon Thérèse de precieze locatie aangeven van het ontstekingsmechanisme die de brug tot ontploffing zou moeten gebracht hebben tijdens de aanval. Georges was ook bekend bij de Britse inlichtingendiensten en zelf Majoor Howard had zijn naam horen vallen tijdens de planning van de invasie zelf.
Het belang van de bijdrage die de familie heeft geleverd aan het succes van de Britse aanval is ook op te merken aan een voorbeeld tijdens begin mei 1944. Toen Veldmaarschalk Erwin Rommel de brug kwam inspecteren, had hij het bevel gegeven om een anti-tank geschut te plaatsen naast de Bénouville-brug. Binnen de twee dagen werd Majoor Howard al op de hoogte gebracht dat er een nieuwe structuur gebouwd werd langs de brug en binnen een week had de observatie van Georges ertoe geholpen om zowel de functie als de exacte locatie van deze structuur te bevestigen.
Om 00u16 op 6 juni, landde het eerste zweefvliegtuig naast de Bénouville-brug. De Familie lag te slapen maar ze werden al snel wakker geschud door het geluid van explosies en geweerschoten. Georges kroop naar het raam om te zien wat er aan het gebeuren was, een begrijpelijke reactie maar ook een gevaarlijke aangezien er buiten een vuurgevecht aan de gang was in de duisternis van de nacht. Hij besefte al heel snel dat dit een niet zo slimme zet toen hij zijn hoofd over de vensterbank tilde. Zijn uitstekend hoofd werd snel opgemerkt door Luitenant Richard Smith die onmiddellijk een paar salvo’s afvuurde met zijn Stengun op het vage figuur. Gelukkig hadden zijn salvo’s het doel gemist en bleef Georges ongedeerd. Voor George was het duidelijk dat hij zich nergens meer aan moest wagen en besloot om samen met zijn gezin naar de kelder te gaan.
Al snel begon het buiten kalmer te worden. Thérèse maande Georges aan om een kijkje te gaan nemen. Later vertelde hij: “Ik ben geen moedige man, en ik wilde niet gedood worden dus ging ik met veel angst naar boven en kroop tot bij het dichtstbijzijnde raam. Ik kon stemmen horen maar ik kon het niet duidelijk verstaan dus deed ik het raam een heel klein beetje open om te kijken. Ik zag voor het café twee soldaten naast mijn benzinepomp zitten met een lijk tussen zich in.”
Deze soldaten maakten deel uit van de 7th Parachute Battalion die als doel hadden om de westelijke oever van het Caen Canal in te nemen. Eén van hun vroeg aan Georges, in het Frans, of hij een burger was. Waarop Georges antwoorde dat hij dat zeker en vast was maar aangezien de soldaten hun Frans niet verder reikte dan dat ene zinnetje, was het moeilijk voor Georges om te ondervinden wie zij waren. Georges keerde terug naar zijn gezin in de kelder en besloot te wachten tot het terug licht werd.
’s Ochtends kon de familie opnieuw stemmen horen buiten. Georges hoorde dat deze stemmen helemaal niet leken op die van de Duitse soldaten en dacht zelfs enkele Engelse woorden te herkennen. Ook Thérèse kon geen Duitse woorden herkennen. Al snel werd er op de deur van de kelder geklopt waarop Georges direct ging opendoen om te voorkomen dat ze de deur kapot zouden maken. Toen hij de deur open deed stonden er twee Britse paratroepers voor zijn neus. Ze vroegen hem of er Duitsers in het huis waren. Georges zei dat er geen Duitsers waren en liet de soldaten zijn vrouw en kinderen zien.
Al snel werd het Georges duidelijk dat de invasie begonnen was waardoor hij begon te wenen van geluk terwijl Thérèse de soldaten ging omhelzen en kussen. Ze groette alle soldaten op diezelfde manier de volgende dagen waardoor haar gezicht altijd besmeurd was met zwarte camouflagecrème, ze was te trots op haar Britse bevrijders om het ervan af te vegen.
Al snel werd het café Gondrée in gebruik genomen door het 7th Battalion om te dienen als hoofdkwartier en verzorignspost. Georges ging naar zijn tuin om niet minder dan 98 flessen champagne op te graven die hij in 1940 daar had begraven. Al snel werd het een mooi tafereel aangezien er overal gratis drank werd uitgedeeld aan iedereen. Toen Majoor Howard hiervan hoorde, beval hij zijn mannen om zich ziek te melden aan de ‘verzorgingspost’ zodat ze hier allemaal een portie champagne konden nuttigen.
De vriendelijke gastvrijheid van de familie Gondrée aan de Britse soldaten wordt vandaag de dag nog altijd in ere gehouden. Wanneer er veteranen terugkeren naar het gebied om de vieringen bij te wonen dan moet er geen enkele veteraan van de 6th Airborne Division zijn drank betalen in het café Gondrée zelf.
Georges Gondrée overleed op 5 april 1969, Thérèse op 2 juli 1984. Een meest onderscheiden koppel, die in ere werden gehouden door de Franse burgers en Britse veteranen. Het bezit van het café Gondrée en de hechte relatie met de Britse veteranen wordt vandaag de dag nog altijd onderhouden door hun familie.
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt? Laat het ons weten, zo wordt onze berichtgeving alleen maar beter. Wij gaan hier zo snel mogelijk mee aan de slag. Je persoonlijke gegevens worden vertrouwelijk behandeld.
Fout meldenGebruik kortingscode DDAYINFO en krijg overal 30% korting op.
Deze website maakt gebruik van Cookies om het gebruiksgemak te vergroten. Door op ‘Ok’ te klikken, geef je toestemming voor het gebruik ervan.
Meer info? Lees onze privacyverklaring en cookieverklaring.