Erwin Rommel is een van de bekendste Duitse generaals uit de Tweede Wereldoorlog. Hij was een kundig generaal en een dappere vechtjas, gevreesd en bewonderd aan beide zijden van het front. Maar hij was ook ijdel, politiek naïef en trouw aan de Führer. Portret van een veelzijdig militair.
Rommel werd als tweede van 4 kinderen geboren van de leraar Erwin Rommel en diens echtgenote Helene von Luz. Hij had een zus en twee broers. Hij volgde het gymnasium en was van plan als ingenieur bij de zeppelinfabriek in Friedrichshafen te gaan werken, maar koos op advies van zijn vader in juli 1910 voor een militaire loopbaan. Hij voegde zich bij het lokale 6e Württembergisches Infanterie Regiment, dat in Weingarten was gestationeerd. Na 3 maanden werd hij tot korporaal bevorderd, en na 6 maanden tot sergeant. In maart 1911 ging hij naar de officiersopleiding in Danzig. Na deze als Leutnant (2e luitenant) te hebben voltooid, keerde hij in januari 1912 naar zijn regiment terug, en werd hij rekruteringshoofd in Weingarten tot aan het begin van de Eerste Wereldoorlog.
Rommel vocht in de Eerste Wereldoorlog aanvankelijk met zijn regiment bij de infanterie; hij werd ingezet aan de Maas, ten westen van Verdun, in de Argonne en de Vogezen. In september 1914 raakte hij zwaargewond aan het been door een bajonetaanval tegen drie Franse soldaten, nadat hij zonder munitie raakte. Voor deze actie kreeg Rommel het IJzeren Kruis 2e Klasse. In januari 1915 was hij volledig hersteld.
In september 1915 werd Erwin Rommel aangeworven voor training bij de bergtroepen. In augustus 1916 kwam hij met het Württembergisches Gebirgs-Bataillon, een onderdeel van het toenmalige Deutsches Alpenkorps, eerst in Roemenië in actie. Na een korte tussenstop aan het westfront, werd het Alpenkorps in september 1917 aan het Italiaanse front ingezet, waar de eenheid bij wijze van Duitse steun aan de Oostenrijks-Hongaarse bondgenoot was uitgeleend. In het Alpengebied zou het bataljon zich de stoottroeptactiek (voorloper van de Blitzkrieg) volledig eigen maken. De Württembergers deden van zich spreken toen twee compagnieën van hun formatie, geleid door Oberleutnant (eerste luitenant) Erwin Rommel, in oktober 1917 bij de Slag bij Caporetto (de 12e slag aan de Isonzo) de Italiaanse frontlinie wisten te doorbreken en een artilleriestelling te overrompelen. Een Italiaans tegenoffensief werd afgeslagen en een compleet regiment Bersaglieri werd krijgsgevangen gemaakt. Met de aankomst van de rest van het bataljon leidde Rommel de formatie langs de achterzijde van de Monte Matajur (in het huidige Slovenië), die strategisch enorm belangrijk was, en kon men nog meer Italianen tot overgave dwingen. Na de verovering van deze bergtop werden na de slag in totaal 150 Italiaanse officieren en 9000 manschappen krijgsgevangen gemaakt en 81 stuks geschut werden door de Duitsers buitgemaakt; dit alles werd met amper 150 soldaten volbracht. Erwin Rommel werd tot Hauptmann (kapitein) bevorderd en kreeg op 10 december 1917 voor zijn aandeel in deze gewonnen slag de Pour le Mérite uitgereikt; Rommel was een van de jongste ontvangers van deze onderscheiding, die eigenlijk voor hogere officieren was bedoeld.
Majoor Sproesser met een jonge Erwin Rommel in 1918.
In oktober 1933, een paar maanden na Adolf Hitlers machtsovername, werd hij overgeplaatst naar Goslar. Daar werd de intussen tot majoor bevorderde Rommel benoemd tot bevelhebber van de Goslarer Jäger. In maart 1935 werd hij tot luitenant-kolonel bevorderd. 7 maanden later werd hij opnieuw overgeplaatst, deze keer naar de militaire academie van Potsdam. Hij publiceerde in 1937 in zijn boek Infanterie greift an (Infanterie valt aan) zijn belevenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij ontmoette Adolf Hitler na diens machtsovername, werd chef van de troepen die Hitler begeleidden, en werd op 1 augustus 1939, een maand voor het begin van de Tweede Wereldoorlog door Hitler tot generaal-majoor benoemd.
Erwin Rommel vervulde zijn functie van chef van Hitlers begeleidingstroepen tevens tijdens de Poolse veldtocht. Ruim 4 maanden na de overwinning in Polen werd hij bevelhebber van de 7e pantserdivisie. Tijdens de Blitzkrieg in België (Fall Gelb) en Frankrijk (Fall Rot) opereerde zijn divisie zo snel, dat deze van de Fransen de bijnaam la division fantôme (de spookdivisie) kreeg. Zelfs het Duitse opperbevel wist niet altijd waar de divisie zich bevond. Voor zijn huzarenrit door de Maginotlinie kreeg Rommel later het Ridderkruis.
In 1941 werd Erwin Rommel tot luitenant-generaal bevorderd. Hierna kreeg hij het opperbevel over het Afrikakorps, dat in de Italiaanse kolonie Libië voet aan wal zette. Tijdens de campagne in Noord-Afrika gaven de Britten hem z’n beroemd geworden bijnaam de woestijnvos, omdat hij telkens improviseerde en trucjes gebruikte om de vijand te slim af te zijn, als dat nodig was. Zo liet hij bijvoorbeeld bij een militaire parade in Tripoli in maart 1941 zijn tanks een blokje omrijden, om zo weer achteraan in de rij te kunnen aansluiten en zo zijn hoeveelheid tanks groter te doen lijken om de Britse inlichtingendiensten te misleiden. Met hetzelfde doel liet hij namaaktanks van karton maken en liet hij auto’s takkenbossen en tentdoek achter zich aan slepen om zo veel stof te doen opwaaien, dat het leek alsof er hele pantserdivisies aan het oprukken waren.
Na een korte tijd in Noord-Italië gediend te hebben werd Erwin Rommel op 5 november door Hitler benoemd tot inspecteur van de Atlantikwall. Hij moest het gedeelte van deze verdedigingswerken, dat van de Noordzee tot de Golf van Biskaje liep, inspecteren en vervolgens rapporteren. Dit alles had als uiteindelijke doel de verwachte geallieerde invasie tegen te houden. Op aanraden van veldmaarschalk Gerd von Rundstedt, destijds opperbevelhebber van alle Duitse troepen aan het westfront, werd hij op 15 januari 1944 benoemd tot opperbevelhebber van Heeresgruppe B. Deze legergroep omvatte het Duitse 7e en 15e leger, in een sector die zich uitstrekte van Nederland tot het zuiden van Bretagne in Frankrijk. Over de strategie van de verdediging verschilde hij van mening met Von Rundstedt: Von Rundstedt wilde de pantserdivisies meer landinwaarts opstellen, buiten het bereik van de geallieerde marine, terwijl Rommel ze langs de kust wilde positioneren. Hij was er immers van overtuigd dat als ze landinwaarts stonden opgesteld, ze dan spitsroeden moesten lopen door de geallieerde luchtmacht vooraleer ze het front zouden kunnen bereiken. Hij baseerde deze stelling op wat hij meemaakte bij El Alamein: daar was de Britse luchtmacht zodanig in overmacht, dat zijn tanks amper bewegingsvrijheid hadden. Rommel liet in zijn sector van de Atlantikwall tal van verbeteringen aanbrengen. Volgens hem zouden de eerste 24 uur van de invasie de belangrijkste zijn en moest de aanvaller zo snel mogelijk worden teruggedreven, vooraleer er een bruggenhoofd kon worden gevestigd. Die invasie kwam er op 6 juni, in Normandië, in Rommels sector. Daarna verslechterde de Duitse situatie aan het westfront steeds verder, mede door het enorme zee- en luchtoverwicht.
De staatsbegrafenis van Erwin Rommel.
Na de mislukte aanslag op Hitler (20 juli) werd hij na onderzoek door de Gestapo van medeplichtigheid verdacht, omdat zijn naam door de samenzweerders was genoemd. Dit gebeurde na marteling van onder meer Caesar von Hofacker, luitenant-kolonel bij de Luftwaffe en neef van Von Stauffenberg. Hij was een van de samenzweerders die Rommel meehielpen overtuigen om voor het verzet te kiezen. Vooral generaal Heinrich Kirchheim (een tegenstander van Rommel), veldmaarschalk en chef van het OKW Wilhelm Keitel en chef van de partijkanselarij Martin Bormann hadden op Rommels doodvonnis aangedrongen.
Toen hij op 14 oktober 1944 thuis in Herrlingen was, kreeg hij bezoek van de generaals Wilhelm Burgdorf en Ernst Maisel die hem (in opdracht van Hitler) overhaalden zelfmoord te plegen en zo zichzelf een showproces, en zijn gezin de zogeheten Sippenhaftung te besparen. Indien hij zelfmoord zou plegen zou hij met militaire eer begraven worden en zou zijn familie leefgeld ontvangen. Zo kon tevens worden voorkomen dat het zou uitgroeien tot een schandaal en een breuk van het moreel, met zeer nadelige gevolgen voor Hitler en zijn handlangers, als aan het licht zou komen dat de populaire Rommel in zijn opdracht uit de weg werd geruimd. Na enkele minuten bedenktijd besloot Rommel zijn leven te beëindigen, en werd door de generaals het dorp uitgereden. Hij nam in hun bijzijn een gifpil in, maar heeft nooit bekend in de samenzwering betrokken te zijn. Hij kreeg op 18 oktober een staatsbegrafenis. Het Duitse volk werd wijsgemaakt dat Rommel was overleden aan de verwondingen die hij bij de luchtaanval van 17 juli had opgelopen. De ware doodsoorzaak kwam pas aan het licht tijdens het proces van Neurenberg, toen beklaagde Wilhelm Keitel ondervraagd werd.
Al in de Eerste Wereldoorlog liet Erwin Rommel blijken over een sterk charisma en grote militaire vaardigheden te beschikken. De snelle verovering van de Monte Matajur vormde daar een bewijs van. Het Deutsches Alpenkorps waarin hij zich onderscheidde, werd door de geallieerden als een van de beste eenheden van het Duitse leger bestempeld.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden Rommels militaire successen niet alleen door zijn troepen en Adolf Hitler gerespecteerd, maar ook door de troepen van het vijandelijke Gemenebest tijdens de Campagne in Noord-Afrika. Rommel werd altijd beschouwd als een ridderlijke en menselijke militaire leider, in tegenstelling tot vele andere mensen in nazi-Duitsland. Zijn beroemde Afrikakorps werd nooit beschuldigd van oorlogsmisdaden. Over de gevangengenomen soldaten van het Gemenebest tijdens de Afrikaanse Campagne werd dan ook gemeld dat ze behandeld zijn volgens de Conventies van Genève. Verder werden de orders om Joodse soldaten en burgers te doden door hem genegeerd. Ook het op 18 oktober 1942 ingevoerde Kommandobefehl legde hij naast zich neer. Deze menselijkheid was aan verschillende factoren te danken: de veldslagen die in Afrika werden uitgevochten, vonden grotendeels in zo goed als onbewoonde gebieden plaats, waardoor er amper burgerslachtoffers vielen. Zelfs als er overvallen van lokale stammen plaatsvonden, besloot Rommel deze te negeren. Ook waren de rassenkwesties niet van toepassing, in tegenstelling tot het front in de Sovjet-Unie. Ook Rommels persoonlijkheid speelde hierin een rol: hij besefte dat hoe meer soldaten sneuvelden, hoe meer leed dit voor de getroffen families betekende. Daarom moesten er niet meer soldaten worden gedood dan nodig (dus enkel het absolute minimum). Krieg ohne Hass (oorlog zonder haat) werd het motto van deze aanpak.
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt? Laat het ons weten, zo wordt onze berichtgeving alleen maar beter. Wij gaan hier zo snel mogelijk mee aan de slag. Je persoonlijke gegevens worden vertrouwelijk behandeld.
Fout meldenGebruik kortingscode DDAYINFO en krijg overal 30% korting op.
Deze website maakt gebruik van Cookies om het gebruiksgemak te vergroten. Door op ‘Ok’ te klikken, geef je toestemming voor het gebruik ervan.
Meer info? Lees onze privacyverklaring en cookieverklaring.