Op 9 juni was de 101st klaar, samen met het 502nd, met het bewaken van de rechter flank langs de Douve rivier. De 506th vestigde zich over de hoofdweg van Carentan en de 327th bevond zich aan de linkerkant van de Douve tegenover Brévands. Het 501e was de reserve divisie. De aanval op Carentan kon van start gaan.
Generaal Maxwell D. Taylor wilde met een tangbeweging Carentan omsingelen en vanuit die posities de aanval openen. Patrouilles en luchtverkenningen van Carentan gaven aan dat de stad mogelijk licht werd verdedigd, vervolgens werd er een dubbele aanval op Carentan gepland, met behulp van de 502nd aan de rechterkant en de 327th aan de linkerkant, die net na middernacht op 10 juni zouden springen. Vervolgens was de missie van de 502nd om enkele bruggen te bezetten en hoge grond ten zuidwesten van de stad langs de snelweg Périers (Hill 30) te blokkeren. De 327th moest de Douve rivier in Brévands oversteken, zich een mijl naar het oosten verplaatsen, en via de westelijke weg, komende van Isigny, de stad veroveren.
Tijdens de aanval op Carentan van het 3de battalion/502nd onder leiding van Lt Kolonel Robert G. Cole ondervond men dat brug No. 2 (de Douve brug) nog niet gerepareerd was omdat de ingenieurs door een 88mm kanon werden beschoten. Cole stuurde zijn 1e luitenant Ralph B. Gehauf, met een patrouille over de rivier in een kleine boot. Ze baanden zich een weg tot aan de laatste brug, die geblokkeerd werd door een Belgische poort. De patrouille was in staat om het obstakel 18 centimeter opzij te duwen, net genoeg voor een soldaat om zich erdoor te wurmen. De patrouille werd al snel opgemerkt, beschoten door mortieren en machinegeweervuur en keerde om 05u30 terug, toen de aanval werd uitgesteld.
De steenweg van Carentan (purple heart lane).
Om 01u45 staken de 1e battalion/327th Glider Infantry Regiment de loopbruggen over de lagere delen van de Douve over en om 06u00, onder vuur van hevige artillerie, had het hele regiment de rivier overgestoken. Het regiment had Brévands veroverd en begon zich 5 kilometer naar het zuidwesten te verplaatsen. Company A van de 401e, marcheerde naar het oosten richting Auville-sur-le-Vey om contact te maken met de U.S. 29e Infanteriedivisie. De 327th ondervond geen hevige weerstand totdat zij de bruggen over het kanaal Vire-Taute ten oosten van Carentan benaderden om 18u00. Het ging in de aanval met twee bataljons op één lijn en tegen middernacht konden ze de oostelijke oever veilig stellen.
De Douve brug was nog steeds niet gerepareerd toen het 3de battalion/502nd regiment om 12u00 uur naar de plaats terugkeerde. De paratroepers hadden ingenieursmaterialen bij de hand om een geïmproviseerde voetgangersbrug te maken en begonnen hun aanval kort na 13u00. Door zich één voor één en al kruipend te verplaatsen, bereikte de eerste delen van het bataljon brug nr. 4 om 16u00, de meeste van de eenheid geraakte ook voorbij brug No. 3. Toen ze onder artillerie-en mortiervuur, en vervolgens sluipschutters-en machinegeweervuur kwamen te liggen, toen ze zich binnen het bereik van de Duitsers bevonden, liep het aantal slachtoffers zwaar op. De nacht eindigde hun opmars maar niet het groeiende aantal slachtoffers, een aanval om 23u30 door twee laagvliegende Duitse Ju 87 Stuka’s veroorzaakte 30 doden en knokte het regiment volledig buiten strijd. De ernstige verliezen geleden door de 3e/502d, geraamd op 67% van de oorspronkelijke kracht, leidde tot de bijnaam “Purple Heart Lane” die werd toegewezen op dat gedeelte van de snelweg van Carentan naar Sainte-Mère-Église.
Tijdens de nacht stopten de Duitsers stelselmatig met schieten. Company H kroop door de opening in de Duitse verdediging, gevolgd door Company G en de Headquarters Company. Ze konden dekking zoeken aan beide zijden van de snelweg. Verkenners, in de punt van de Company, Bereikten bijna een belangrijke Ignouf boerderij in de ochtend wanneer ze werden opgehouden toen ze door de Duitsers onder vuur werden genomen. Luitenant-kolonel Cole drong onmiddellijk aan op steun van de artillerie, maar de Duitsers wilden van geen wijken weten. Met behulp van een rookgordijn, beval Lt Kolonel Cole om 06u15 Majoor John P. Stopka om zijn battaljons aan te laten vallen en de Duitse posities te elimineren.
Lt-Kolonel Robert G. Cole
Met behulp van een fluitje om de aanval aan te geven, leidde Cole een bajonetbestorming waarmee hij de Duitse verdedigers overweldigde, waarvoor Cole later met de Medal of Honor onderscheiden werd. In eerste instantie maakte slechts een klein gedeelte van het Bataljon deel uit van de aanval, ongeveer 20 mannen, maar Stopka volgde snel met 50 anderen. De aanval trok al snel de aandacht van andere parachutisten die zich bij het gevecht voegden. Bij het bestormen van een lege boerderij, ondervonden mannen van Company H dat vele Duitse fallschirmjäger zich langs de hagen hadden ingegraven. Company H en G doodde hen met handgranaten en bajonetten, maar dat resulteerde in vele slachtoffers aan hun zijde.
De overlevenden van het 3e Bataljon/502nd regiment hadden defensieve posities ingenomen en verzochten het 1ste Bataljon/502nd om aan te vallen. Lt kolonel Patrick F. Cassidy’s Bataljon, had ook ernstige slachtoffers geleden en was enkel nog in staat om de defensieve linie van Lt Kolonel Cole te versterken. Tijdens een 2 uur durende wapenstilstand tijdens de middag probeerde Amerikaanse troepen te onderhandelen over het verwijderen van de slachtoffers. Met uitzondering van de wapenstilstand, die men ook gebruikte om zich te bevoorraden en te reorganiseren, hadden de Amerikaanse troepen herhaalde Duitse aanvallen afgeslagen.
De laatste Duitse golf slaagde er net niet in om rond 18u30 door de defensieve linie van het 3e/502nd te breken. Ze hadden heel de linie doorbroken tot aan de laatste Hagen tussen de Douve en zichzelf. Lt Kolonel Cole’s artillerie officier vreesde dat de Duitsers door de linie gingen breken en besliste de laatste zones van de linie te bombarderen. Dit resulteerde in verschillende Amerikaanse slachtoffers die gedood werden door vriendelijk vuur. De overweldigende barrage, die 5 minuten duurde, resulteerde anderzijds wel in een terugtrekking van de laatste Duitse aanvalstroepen.
Patrouilles van de 327th hadden een gedeeltelijk vernietigde voetgangersbrug over het kanaal Vire-Taute ontdekt op het punt waar het verbonden was met de Douve, ten noordoosten van de stad. De brug werd om 10u00 hersteld, en een Company die uit delen van de 2e (Company G) en 3e bataljon (Company A 401) bestond, stak de brug over en viel de beboste oevers van het bekken van de Bassin à Flot aan, maar werden net zoals het 502nd een halve mijl (1 km) kort van Carentan opgehouden door machinegeweer-en mortiervuur die niet konden onderdrukt worden door hun artillerie.
Lt-Kolonel Robert G. Cole (links) en Majoor John P. Stopka (rechts) poseren met een veroverde nazi-vlag na de aanval op de Ignouf boerderij.
Om de verovering van Carentan te voltooien, had Generaal Courtney Hodges van het eerste leger een groepering onder majoor Anthony McAuliffe samengesteld om de laatste aanval op Carentan te coördineren. De missie met als doel, de verovering van Hill 30, werd opgedragen aan het 506th Regiment. Het 501e werd ontheven van zijn defensieve posities. De manoeuvres werden gedekt door nachtelijke artilleriebombardement op Carentan door de marinekorps artillerie, 4.2-inch mortieren en torpedobootjagers die contact hadden gemaakt met de 327th langs het oostelijke kanaal.
Het station van Carentan na de bombardementen van 12 juni 1944.
Na de nacht, verplaatsten twee bataljons van het 506th zich in het zuiden van Carentan, waar ze contact opnamen met het 2e/502nd regiment om 02u00 op 12 juni. Vervolgens marcheerden ze naar Hill 30 (het dorp van la Billonnerie), die ze veroverden om 05u00. Het 1ste Bataljon nam defensieve posities in op de weg met een oog op het zuiden, terwijl het 2de Bataljon in het noorden werd bevolen om de stad aan te vallen. Het 501e Regiment, dat zich tijdens de nacht naar de positie achter de 327th Glider Infantry had verplaatst, stak het kanaal over, en bereikte Hill 30 om 06u30.
Kolonel Robert Sink in Sell Am See, Oostenrijk 1945.
Om 06u00 werd Carentan vanuit het noorden aangevallen door het 1e/401st regiment en het zuiden door het 2e/506th regiment. Beide regimenten ondervonden machinegeweervuur van de Duitse achterhoede, maar het 2e/506th werd ook sporadisch beschoten door artillerie ten zuiden van Carentan. Ondanks dit, hadden beide regimenten de achterhoede in een kort gevecht in de buurt van het station beveiligd en kwamen om 07u30 aan in het centrum van de stad. Het 1e/506th regiment werd in de meer serieuze strijd ten zuiden van de stad betrokken toen het Col. Sink’s commandopost moest redden, omdat het tijdens de nacht te ver was opgeschoven in de Duitse linies.
In de middag trokken de 506th en 501st naar het zuidwesten maar werden na een mijl gestopt door zware opposities met nieuwe Duitse eenheden, inclusief een paar tanks. De 17th SS Panzergrenadier Divisie had een tegenaanval op Carentan willen uitvoeren, maar zijn overige troepen werden opgehouden door geallieerde luchtaanvallen. In plaats van een tegenaanval uit te voeren, groeven de Duitsers zich in op de hoger gelegen delen ten zuiden van Carentan, waar ze de Amerikanen nog tot het donker werd, hevige weerstand boden.
Bij dageraad op 13 juni stond de 101st Airborne op het punt om de Duitse linie aan te vallen tot het plots zelf werd aangevallen door tanks en hevig geschut. Twee bataljons van de 37e Panzergrenadier Regiment, gesteund door de 17e Panzer Bataljon en Fallschirmjager Regiment 6. Het 501e regiment op de Amerikaanse linker flank, kreeg het zwaar te verduren en moest volledig terugtrekken. De Company’s Dog en Fox van het 506th, op de linkerflank, trokken zich uiteindelijk ook terug, en tegen de middag waren de speerpunten van de Duitse aanval binnen 500 meter van Carentan geraakt. Enkel Company E (Easy) van het 506th regiment, gecommandeerd door eerste luitenant Richard D. Winters, verankerde zijn rechterflank tegen een spoorweg en behield zijn positie. Versterkt door het 2e/502nd regiment, kon Easy Company de Duitse aanvallen vertragen totdat Amerikaanse tanks hun kwamen versterken.
Een deel van Easy Company in Sainte marie du mont - 7 juni 1944
Als reactie op de Duitse tegenaanval, verplaatste generaal Bradley de U.S. 2nd Armored Division naar Carentan om 10u30. Om 14u00 viel de 2nd Division aan, ondersteund door de zelfrijdende 105-mm howitzers van het 14e Armored Field Artillery Battalion. Een eenheid van tanks en gemechaniseerde infanterie ging op weg naar Baupte in het gebied van het 2e/506th’s waar ze de Duitse hoofdlinies verbrijzelden. Een tweede eenheid duwde Duitse troepen terug langs de snelweg van Périers en brachten zware verliezen in mannen en apparatuur aan. Vervolgens verplaatste de 2nd Division zich een kilometer naar het westen achter de oorspronkelijke linies.
De slag die geleverd werd door de onverwachte Duitse tegenaanval, werd onder de overlevende parachutisten anekdotische bekend als “The Battle of Bloody Gulch”.
Het zou nog tot 15 juni duren voordat de gehele stad was gezuiverd van Duitse troepen. De verliezen voor de Duitsers waren hoog, het exacte aantal is onbekend. De Amerikanen hebben ook gevoelige verliezen geleden, hoewel deze toch enigszins beperkt waren.
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt? Laat het ons weten, zo wordt onze berichtgeving alleen maar beter. Wij gaan hier zo snel mogelijk mee aan de slag. Je persoonlijke gegevens worden vertrouwelijk behandeld.
Fout meldenGebruik kortingscode DDAYINFO en krijg overal 30% korting op.
Deze website maakt gebruik van Cookies om het gebruiksgemak te vergroten. Door op ‘Ok’ te klikken, geef je toestemming voor het gebruik ervan.
Meer info? Lees onze privacyverklaring en cookieverklaring.