Braunton Burrows

Noord-Devon

De kusten van Braunton Burrows, in Noord-Devon, waren van groot belang tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1943 moest Luitenant-Kolonel Paul W. Thompson de Amerikaanse soldaten opleiden ter voorbereiding van de uiteindelijke invasie in Normandië.

Dankzij de gelijkenissen aan de kusten van Normandië maakte dit Noord-Devon een ideale locatie. Het gehele kustgebied van Braunton Burrows t.e.m. Morte Point werd toegewezen aan het Amerikaanse leger als Assault Training Centre (A.T.C.).

Het Assault Training Centre verplaatste het hoofdkwartier van Grosvenor Square naar Woolacombe en vele duizenden troepen, landingsvaartuigen en tanks verplaatsten zich naar het gebied.

Het noordelijk uiteinde van Woolacombe Beach werd gebruikt als ‘demolition training area’.

Morte Point werd gebruikt als doel voor anti-tank geweren en scheepartillerie, en diende als gebied voor demonstraties van lucht –ondersteuningen.

Baggy Point

De oefeningen die plaatsvonden op het plateaugebied van Baggy Point waren bedoeld om aanvallen op vijandelijke stranden te simuleren. Dummy bunkers werden gebouwd om vijandelijk geschut-plaatsen na te bootsen. Er was ook een observatiepost aan het westelijke eind van de Kaap net zoals tijdelijke wegen die speciaal werden aangelegd voor oefeningen op Braunton Burrows.

Het 146ste Engineer Combat Battalion van het Amerikaanse leger die getraind hadden op Baggy Point, waren één van de eerste troepen die landden op Omaha Beach.

Croyde Bay werd gebruikt voor het laden en lossen van troepen met amfibische voertuigen, terwijl de grootschalige aanvallen op Baggy Point en Woolacombe werden ingeoefend. Er waren af en toe slachtoffers, maar de intense opleiding die men kreeg, bereidde hen goed voor op de landingen op de stranden van Normandië.