De Landingsplaatskwestie was van groot belang voor het geallieerde maar vooral ook voor het Duitse opperbevel aangezien dit de uitkomst zou kunnen bepalen.
Erwin Rommel (links) tijdens een inspectie van de Atlantische muur.
De landingsplaatskwestie werd beïnvloed door verschillende factoren. Door het beperkte vliegbereik van de geallieerde jachtvliegtuigen spitfire en de Hawker Typhoon, was de keuze van de landingsplaatsen beperkt. Geografische omstandigheden beperkten de keuze tot het Nauw van Calais en de stranden van Normandië. Calais lag het dichtst bij het Verenigd Koninkrijk, de stranden daar waren het meest geschikt om te landen en de marsroute naar Duitsland was het kortst. Maar omdat een landing op deze kust erg voor de hand lag en Hitler, samen met een grote hoeveelheid van zijn generaals, ervan overtuigd was dat de geallieerden hier zouden landen, was dit stuk kust ook het zwaarst verdedigd. Dit gaf de geallieerden de doorslag om te kiezen voor Normandië.
De mening van generaal von Rundstedt (en die handhaafde hij door dik en dun) was dat de geallieerden hun aanval zouden richten tegen het Nauw van Calais, waarschijnlijk aan weers-kanten van de Somme, niet alleen omdat daar de kortste afstand was van de Engelse kust naar de Franse, wat de bescherming vanuit zee en vanuit de lucht vereenvoudigde en snel heen en weer varen mogelijk maakte, maar ook omdat langs die weg de kortste route naar de Rijn en verder naar het hart van het Reich liep. Het feit dat die plaats zo voor de hand liggend was, was geen reden om die uit te sluiten, en van Frankrijk uit leek dat trouwens heel anders dan van Groot-Brittannië uit. Terwijl de geallieerden naar de sterkte van de vijandelijke verdediging keken, was von Rundstedt zich scherp bewust van de zwakheden ervan. De ‘Atlantische Muur‘ mocht dan meer zijn dan het ‘propagandabouwsel’ dat von Rundstedt erin zag, die kustverdediging was beslist niet wat Hitler erin was gaan zien. Er was nooit voldoende materiaal en er waren nooit genoeg arbeidskrachten beschikbaar om zijn dromen in vervulling te doen gaan, zelfs al waren die dromen te verwezenlijken.
Erwin Rommel bekijkt samen met Gerd von Rundstedt een kaart.
Rommel verwacht Normandië
Rommel had een groot vermoeden dat de geallieerden voor Normandië zouden gaan kiezen. Hij was één van de weinige Duitsers die daarin ‘echt’ geloofde. Ondanks zijn ervaring en afgedwongen respect, kon hij Hitler en von Rundstedt niet overtuigen om meer aandacht te schenken aan Normandië i.p.v. Calais.
Rommel zijn sterkste argument voor zijn vermoedens vloeide voort uit zijn ervaringen van Salerno, Italië 1943. Het strand van Salerno werd door de geallieerden verkozen als landingsplaats tijdens de invasie van Italië. Men verkoos namelijk, wanneer er een amfibische aanval op een kust werd uitgevoerd, een eerder lang uitgerekt en licht gebogen strand met een ondiepe helling om de landingen te laten doorgaan.
Toen Rommel voor de eerste keer de kustverdedigingen in Normandië ging inspecteren, viel hem één bepaalde plek op; Omaha Beach. Het had namelijk dezelfde verhoudingen en afmetingen waar de geallieerden in Salerno gebruik van hadden gemaakt. In mei 1944 was Omaha Beach Rommels pronkstuk geworden. Ookal had hij niet het benodigde materiaal gekregen om de hele kust in Normandië te verdedigen, moest Omaha Beach kost wat kost een noot zijn die niet gekraakt zou kunnen worden.
Heb je een fout opgemerkt?
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt? Laat het ons weten, zo wordt onze berichtgeving alleen maar beter. Wij gaan hier zo snel mogelijk mee aan de slag. Je persoonlijke gegevens worden vertrouwelijk behandeld.