Pointe du Hoc is gelegen op een klif die zich bevindt tussen Omaha Beach en Grandcamp-Maisy. De klif is ongeveer 30 meter hoog, aan de rechterkant vóór de klif ligt een klein stuk keistrand. De Duitsers bouwden op deze klif een groot bunkercomplex met zes kazematten en plaatsten er zes door hen veroverde Franse 155 mm kanonnen om de landingsstranden te verdedigen. Deze locatie was perfect om zowel het strand van Omaha Beach als dat van Utah Beach te verdedigen, de kanonnen hadden immers een bereik van 25 kilometer. Reden genoeg voor de geallieerden om deze locatie in handen te hebben, alvorens de invasie van start ging.
Ondanks verschillende lucht- en zeebombardementen, ondervonden de geallieerden dat de locatie te sterk was en door grondtroepen moest worden ingenomen. Deze moeilijke missie werd toevertrouwd aan het US 2nd Rangers Battalion, onder leiding van majoor Cleveland Lytle. Deze werd op het nippertje echter vervangen door luitenant-kolonel James Earl Rudder nadat Lytle tijdens een briefing beweerde dat de kanonnen verplaatst waren, zo hoorde hij van vrije Franse bronnen. De legerleiding besloot dat Lytle geen taak kon uitvoeren waarin hij niet geloofde. De eenheid, die bestond uit ongeveer 225 Rangers, moest dit complex innemen en de kanonnen vernietigen. Ze oefenden het innemen van de kliffen op de Isle of Wight onder begeleiding van Britse commando’s.
Om de taak te vergemakkelijken, werd Pointe du Hoc gedurende de dagen vóór 6 juni meerdere keren gebombardeerd, en niet zonder succes, want op 3 juni verplaatsten de Duitsers hun 155 mm kanonnen meer landinwaarts. De geallieerden wisten dit echter niet. De Duitsers hadden de kanonnen vervangen door houten stammen waardoor geallieerde verkenningsvliegtuigen er van uit gingen dat de kanonnen er nog werkelijk stonden.
De USS Texas in het jaar 1944.
Omstreeks 5u45 nam het slagschip ‘USS Texas’ Pointe du Hoc stevig onder vuur. De Rangers bemanden ondertussen hun 10 landingsboten, op ongeveer 20 kilometer van de kust. Ze werden vergezeld door 2 boten met bevoorradingen en vier DUKW amfibievoertuigen die de ladders bij zich hadden die ze van de Londense brandweer hadden opgeëist. Één landingsschip met troepen zonk onderweg naar de kust, slechts 1 soldaat overleefde deze ramp.
Een ander schip werd overspoeld. Één van de schepen met bevoorradingen zonk en het andere smeet zijn goederen overboord zodat ze ook niet zouden zinken. Het Duitse vuur deed ook één DUKW amfibievoertuig zinken. Toen ze binnen een dikke kilometer van de kust waren genaderd, kwam er hevig Duits verweer door middel van mortieren en machinegeweren. Door een navigatiefout waren de verliezen groter dan verwacht en het element van verrassing was nu ook helemaal verdwenen.
Voorbeeld van een enterhaak die naar boven geschoten wordt.
Omstreeks 7u00 begonnen de Rangers met behulp van touwladders en enterhaken aan de moeilijke klim naar boven, van waar ze onder vuur werden genomen door de Duitsers. De ‘USS Satterlee’ en de ‘HMS Talybont’ namen de Duitsers op de kliffen onder vuur, zodat zij de omhoog klimmende Rangers niet langer konden beschieten. Onder aanvoering van Lt. P.C. Johnson, die als eerste de top bereikte, werd aan de schepen geseind om het vuur te stoppen.
De eerste manschappen bereikten reeds na een kwartier de top waar ze de strijd aangingen met de vijand. Om 7u45 werd de boodschap ‘Praise the Lord’ uitgezonden als teken dat alle manschappen op de klip waren aangekomen.
De Rangers ontdekten dat de 155 mm kanonnen niet aanwezig waren in de kazematten. De Duitsers zorgden ook voor misleiding door telefoonpalen met camouflagenetten over te plaatsen die op kanonnen moesten lijken. Het had er ondertussen alle schijn van een nutteloze operatie te zijn geweest.
Overal vonden individuele gevechten met Duitsers plaats. Vanuit een pillbox in het uiterste westen van Pointe du Hoc, werden de geallieerden constant onder vuur genomen. De Rangers deden verschillende pogingen deze aan te vallen, maar de Duitsers wisten deze telkens af te slaan. Deze geschutsopstelling zorgde voor heel wat doden en gewonden, ook luitenant-kolonel Rudder raakte hier later gewond. In het oosten bevond zich een vervelend machinegeweernest in de rand van de klif, dat door een marineschip volledig vernietigd werd. Luitenant-kolonel Rudder zette zijn hoofdkwartier op in een bunker in het oostelijke deel van Pointe du Hoc.
Drie Rangers rusten uit na het gevecht.
Omwille van het tijdsverlies en de vertraagde signalisatie van de Rangers op Pointe du Hoc, waren de initiële versterkingen genoodzaakt om op de Charlie-sector van Omaha Beach te landen. De Duitsers boden hier echter meer weerstand dan verwacht en konden de eerste geallieerde aanvalsgolf eerder op de ochtend afslaan. De 5th Rangers Company A, B en C, onder leiding van luitenant-kolonel Max Schneider, besloten meer oostelijk aan land te gaan in de sector Dog Red, een beslissing die honderden soldaten het leven zou redden. Slechts 6 van de 450 soldaten overleefden de landing niet. De 2nd Rangers Company C kwamen ten westen van Dog Red aan land.
Leonard G. “Bud” Lomell
Ondertussen trokken 36 soldaten van de C en D Company naar de huidige D514-hoofdweg, ten zuiden van Pointe du Hoc, waar ze omstreeks 8u30 versterkt werden door 12 soldaten van de F Company. Ze namen posities in rond de weg die leidde naar Grandcamp-Maisy en patrouilles gingen op verkenning. Deze vonden omstreeks 9u00 de vijf van de zes 155mm kanonnen in een boomgaard die nog altijd gebruiksklaar waren. Naast de kanonnen lagen bommen klaar om op Utah Beach af te vuren. Sergeant Leonard Bud Lomell vond deze kanonnen en maakt ze alle vijf onschadelijk en redde hiermee waarschijnlijk de levens van talloze Amerikanen.
De strijd zat er echter nog niet op. De Duitsers hergroepeerden zich en voerden herhaaldelijke tegenaanvallen uit. Meer en meer manschappen gingen verloren. Luitenant-kolonel Rudder verzond een radiobericht met de melding ‘missie volbracht, munitie en versterkingen nodig, veel slachtoffers’. Vanwege Generaal Clarence Huebner kwam helaas de melding terug dat er geen versterkingen beschikbaar waren.
Soldaten Goodgal en Crouch van de 506th PIR, 101st Airborne Division landden helemaal verkeerd met hun parachute en waren op het geluid van de gevechten afgekomen om zich aan te sluiten bij de Rangers. Nog later sloot luitenant Charles H. Parker Jr. met 23 manschappen van A Company aan. Zij waren ’s ochtends geland op Omaha Beach en hadden zich een baan gevochten naar hun kameraden op Pointe du Hoc. Ze hadden een twintigtal Duitse gevangenen bij.
De gevechten bleven ook op 7 juni verder duren. De Rangers zaten 2 dagen geïsoleerd en moesten verschillende Duitse aanvallen afslaan om de controle te houden over Pointe du Hoc. Rond de middag werd voedsel en munitie gebracht vanop de USS Texas, helaas konden gewonden niet geëvacueerd worden door de ruwe zee. De Duitsers trokken zich stilaan terug langs het riviertje de Aure, ten zuiden van de N13. Versterkingen arriveerden op 8 juni, vlak voor de middag. De 5th Rangers Battalion en de 1st Battalion 116th brigade kwamen via Omaha Beach naar Pointe du Hoc. Van de 225 Rangers werden er 135 gedood, gewond of vermist.
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt? Laat het ons weten, zo wordt onze berichtgeving alleen maar beter. Wij gaan hier zo snel mogelijk mee aan de slag. Je persoonlijke gegevens worden vertrouwelijk behandeld.
Fout meldenGebruik kortingscode DDAYINFO en krijg overal 30% korting op.
Deze website maakt gebruik van Cookies om het gebruiksgemak te vergroten. Door op ‘Ok’ te klikken, geef je toestemming voor het gebruik ervan.
Meer info? Lees onze privacyverklaring en cookieverklaring.