Het zwaartepunt van de Britse aanval uit zee lag op de rechterflank, op Gold Beach, een smalle strook strand met verraderlijke plekken zachte klei. Daarachter, verder naar het westen lagen de bunkers en de versterkte dorpen Arromanches en Le Hamel en aan de oostkant La Rivière.
Het was 07u25, toen de vlegeltanks en de gepantserde vechtwagens van de Westminster Dragoons, en de 81 st en 82nd Assault Squadrons, het strand van Le Hamel en van La Rivière naderden. Het werd onmiddellijk duidelijk dat de zware bombardementen en beschietingen met scheepsgeschut er niet in geslaagd waren de vijandelijke kanonnen tot zwijgen te brengen, vooral niet op de rechterflank. Slechts één van de vlegeltanks, die de rechterflank van de 231ste Brigade steunden, slaagde erin een weg vrij te maken over het strand, terwijl andere tanks die erachteraan kwamen, bleven steken en hun rupsbanden verloren door mijnontploffingen en zwaar mitrailleurvuur. Landingsboten, die door de sterke wind en de zware zeegang meegesleurd werden, raakten verward in de hindernissen voor het strand, waardoor in het ondiepe water een geweldige chaos ontstond.
De eskadronscommandant van de tanks op de rechterflank werd dadelijk al in de toren van zijn tank gedood, maar vele gepantserde voertuigen, die tijdelijk niet in staat waren verder te komen, beschoten de vijand met hun hoofdbewapening en waren daardoor een waardevolle steun. Maar verder naar het oosten, voorbij het gebied dat onder vuur van de bunkers van Le Hamel lag, schoten de drie aanvalsgroepen, die de linkerflank van de brigade steunden, flink op. Terwijl de vlegeltanks op het strand beukten, en schijnbaar zonder last te ondervinden van mijnexplosies en modder de kustweg probeerden te bereiken, legden de ‘Bobbins‘ verharde ondergronden aan over plekken zachte klei en kropen AVRE’s (Assault Vehicle, Royal Engineers) met hun grote, logge lasten over het strand om bomkraters te vullen, tankgrachten te overbruggen (Fascine-Tanks), de weg vrij te maken voor de infanterie, de pantser-strijdkrachten en de grote massa voertuigen die met een niet te onderschatten druk Gold Beach naderde.
De DD-tanks, die geen kans gezien hadden in het ruwe weer op eigen kracht naar Gold Beach te varen, waren niet gelanceerd maar zouden later op het droge aan land gezet worden, waarna ze de geallieerde vuurkracht aanzienlijk zouden versterken. Intussen vervulden de vlegeltanks en de ondersteunende AVRE’s de rol van speerpunten.
Percy Hobart, bedenker gespecialiseerde voertuigen (Hobart's Funnies).
Binnen een uur hadden de pantserstrijdkrachten van Hobart zich vrijgemaakt uit de chaos aan de rand van het strand en vier van de zes uitgangen van het strand van Le Hamel vrijgemaakt. Daarna leidden zij de voorste bataljons van de 231ste Brigade verder naar hun doelen. De voetzoekertanks (Petards)brachten langs het gehele front gevoelige klappen toe aan de versterkte huizen en vijandelijke steunpunten, die anders infanteriepelotons en compagnieën urenlang hadden kunnen ophouden en een zware tol zouden hebben geëist.
Aan het front van de 69ste Brigade bij La Rivière baanden de vlegeltanks en de AVRE’s van de stormtroepen zich met de infanterie een weg over het strand, ondanks het intense mortiervuur, het pantserafweer- en mitrailleurvuur uit goed geplaatste bunkers en huizen, die samen een hecht verdedigingssysteem vormden. Van het strand tot aan de rand van het moerasland achter de kustweg werden drie van de zes openingen in de vijandelijke hindernissen vrijgemaakt. Terwijl Petards met hun geweldige mortieren de infanterie steunden in haar aanval op de vijandelijke bunkers, vulden de AVRE’s de kraters en tankgrachten met facsines, zorgden dat de pantservoertuigen niet al te hard neerkwamen achter muren, overbrugden diepe geulen en maakten de weg vrij voor de talrijke voertuigen en manschappen die met het opkomend tij naar de kust kwamen. Binnen een uur waren de pantserstrijdkrachten en de infanterie ruim een kilometer landinwaarts getrokken. De buitenste harde korst van de vijandelijke verdediging was doorbroken.
Een vlegeltank (Mine flail) wordt getest voor D-day.
Op de rechterflank van Le Hamel had er een ‘Omaha in het klein’ kunnen ontstaan, als de pantserstrijdkrachten van Hobart er niet geweest waren. Het 1ste Bataljon van het Hampshire Regiment had een slechte overtocht gehad. De pillen tegen zeeziekte hadden niet veel geholpen. De mannen verlieten de landingsboten op 30 meter afstand van Gold Beach in golven, die om hun benen spoelden en hen omver probeerden te trekken, terwijl ze naar het strand waadden. Als ze ergens blij om waren dan was het dat ze niet langer in de schepen op de woelige zee zaten en eindelijk dat afschuwelijke gevoel van misselijkheid begonnen kwijt te raken. Ze waren niet geland met steun van gemechaniseerde kanonnen en veldartillerie, die al vurend de kust naderden en de laatste halve mijl hadden ze onder mortier- en mitrailleurvuur van de vijand moeten varen. Maar dat was eerder onaangenaam dan levensgevaarlijk geweest. Rook en vlammen benamen het uitzicht op Gold Beach, maar het scheen dat het verschrikkelijke bombardement, gevolgd door de beschieting door de vloot, de vijandelijke stellingen niet tot zwijgen had kunnen brengen.
Op het strand zagen ze, in de eerste ogenblikken, toen ze nog betrekkelijk veilig waren en geen last hadden van de kanonnen van Le Hamel, alleen maar de verwarring van beschadigde en kapotgeschoten pantservoertuigen en kwamen ze al spoedig tot de ontdekking dat er voor twee derde van hun aantal geen veilige doorgangen waren gemaakt door de rommel op het strand. Ze werden door hevig vijandelijk vuur tot staan gebracht, toen ze over het strand wilden oprukken en het kanonvuur van de schepen kon hen niet helpen. Aangezien hun bataljonscommandant twee keer gewond was en niet meer aan de strijd kon deelnemen, en zijn plaatsvervanger spoedig daarna sneuvelde, viel er aan een directe nadering van de vijand niet te denken.
De compagnieën van het bataljon op de linkerflank bereikten Les Roquettes, dat eigenlijk een doel was van de 1st Dorsets op hun linkerflank, en zwenkten toen af naar rechts, veroverden Asnelles-sur-Mer en maakten aanstalten het sanatorium bij Le Hamel te veroveren. Maar het was middag voor het sanatorium, nadat het alle infanterieaanvallen doorstaan had, eindelijk instortte onder het geweld van de Petardtanks.
Inmiddels was het 1ste Dorsets, dat buiten bereik was van de kanonnen van Le Hamel, onder dekking van de tanks over het strand gestormd en daarna naar rechts gezwenkt om het hooggelegen terrein bij Arromanches te veroveren.
Op het strand van La Rivière hoefden het 5de Bataljon van het East Yorkshire Regiment en het 6de Bataljon van de Green Howards niet te twijfelen aan de waarde van de pantserstrijdkrachten. Van het eerste moment af bestormden infanterie en tanks, krachtig gesteund door nabij vuur van op landingsboten geplaatste kanonnen, in een uitstekende coördinatie de strandstellingen, baanden zich vechtend een weg door de straten, stelden 88-mm geschut en bunkers van de Duitsers buiten gevecht en trokken verder landinwaarts. De omstandigheden waren voor de manschappen ongunstig geweest, maar toch niet zo ongunstig want ze hadden nog voldoende gevechtskracht over na de landing, en als ze de eerste hindernissen op Gold Beach konden overwinnen, moesten ze er ook in slagen verder op te rukken. Want de vijand had alleen maar de kans gehad om hen tegen te houden in het ondiepe water voor de kust of op het strand, zoals Rommel het had voorspeld.
Een RAF-konvooi in Ver sur in de King-sector.
Tegen 11u00 waren zeven wegen vrijgemaakt op Gold Beach. De DD-tanks trokken snel landinwaarts en werden gevolgd door de 56ste en de 151ste Brigade, die ervoor zorgden dat de vijand geen gelegenheid kreeg zich te herstellen. Lang voordat het sanatorium van Le Hamel veroverd was, was het landingshoofd al bijna vijf kilometer diep, trok de 56ste Brigade op langs de weg van La Rivière naar Bayeux, naderde de 151ste op de linkerflank snel het hooggelegen terrein, terwijl eveneens op de linkerflank de 69ste Brigade naar Creully trok. Zelfs de rechterflank, die opgehouden was bij Le Hamel, was erin geslaagd de weg van Arromanches naar Bayeux af te snijden, terwijl het 47th Royal Marine Commando een bestorming van Port-en-Bessin voorbereidde.
Het Commando was hen allemaal ver vooruit geweest. Het had moeten landen ten westen van Le Hamel en had, toen het onder vuur kwam te liggen van kanonnen op de rotsen, vier van de veertien stormboten verloren. Ten slotte was het, nadat het gedwongen was verder oostwaarts af te zwenken, ten oosten van Le Hamel aan land gegaan, hopend dat de weg landinwaarts gezuiverd zou zijn. Dat was echter niet het geval. Het had zich al vechtend een weg moeten banen door de kustdorpen. Stuk voor stuk hadden de mannen 30 kilo uitrusting moeten meeslepen en toch hadden ze in de loop van de ochtend ruim vijftien kilometer afgelegd. Tegen dat de 231ste Brigade hun het gevoel begon te geven, dat ze niet helemaal door iedereen verlaten waren, hadden ze het hooggelegen terrein ten zuiden van Port-en-Bessin veroverd. Er waren er niet veel, die meer gepresteerd hadden dan zij.
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt? Laat het ons weten, zo wordt onze berichtgeving alleen maar beter. Wij gaan hier zo snel mogelijk mee aan de slag. Je persoonlijke gegevens worden vertrouwelijk behandeld.
Fout meldenGebruik kortingscode DDAYINFO en krijg overal 30% korting op.
Deze website maakt gebruik van Cookies om het gebruiksgemak te vergroten. Door op ‘Ok’ te klikken, geef je toestemming voor het gebruik ervan.
Meer info? Lees onze privacyverklaring en cookieverklaring.