De strijd om het bruggenhoofd aan de Orne was al zes uur aan de gang toen de pantserstrijdkrachten van Hobart de Britse en Canadese aanvalstroepen naar de door rotsen ingesloten stranden bij Ouistreham en Lion-sur-Mer leidden, naar Langrune en Courseulles, naar La Rivière en Le Hamel. Deze stranden kregen als codenaam ‘Sword Beach’.
Ver weg op de rechterflank, achter de vooruitstekende rotsen van Port-en-Bessin, hadden de Amerikanen een uur lang zware verliezen geleden op Omaha Beach als gevolg van de Duitse kanonnen die het lange kale strand onder vuur namen. De hoop aan de oostkant een verrassingsaanval te kunnen uitvoeren, was vervlogen, maar dat scheen weinig verschil te maken want de vijand werd niet alleen uit zee, maar ook uit de lucht onafgebroken aangevallen.
Een zwaar rookscherm onttrok de gehele Britse linkerflank aan de zware kustbatterijen van Le Havre, die wel honderd keer uit de lucht gebombardeerd waren, zonder succes. Ze vormden een groter gevaar voor de konvooien die zich ruim dertien kilometer uit de kust verzamelden en hun landingsboten lanceerden, dan de ruwe zee. Vijandelijke E-boten , die een uitval deden uit Le Havre, kwamen heel even uit de rook te voorschijn en lanceerden vier torpedo’s, waarvan er één een Noorse torpedobootjager tot zinken bracht en een andere de Largs, het commandoschip, dwong snel achteruit te slaan om het gevaarlijke projectiel te ontwijken. De beide andere torpedo’s gingen zonder schade aan te richten, tussen de oorlogsschepen door.
De HMS Largs in Larg's Bay
Zware luchtbombardementen, die kort na het aanbreken van de dag begonnen, werden gevolgd door beschietingen uit zee, waarbij een enorme hoeveelheid granaten van allerlei kaliber op de smalle kuststroken werd afgeschoten. De omtrekken van de gebouwen staken als vormloze steenbrokken uit de mist van rook en vlammen omhoog. De roerganger van één van de stormboten hing over de achtersteven om als levend roer dienst te doen. Mannen verdronken, maar de stormboten en de landingsvaartuigen bruisten voort, als gedragen op het gillende, oorverdovende geweld van hun eigen geschut, dat erop los vuurde met raketwerpers, Oerlikons en mitrailleurs, terwijl ze naar Sword Beach voeren. Mijnen, mortiergranaten en andere granaten hieven bij de explosies kleine boten met inhoud en al uit het water op, voor ze in stukken braken; explosies rukten de ingewanden uit grotere schepen en maakten er laaiende fakkels van, waarin wonderbaarlijk genoeg nog manschappen het er levend van afbrachten.
De harde wind joeg het tij tot voorbij de buitenste gordel van versperringen en er zat niets anders op dan naar het strand te varen en te trachten tussen de dodelijke versperringen, de hoekijzers en de puntige staken door te laveren, om tenslotte in een lawine van schuim en water op het strand te belanden.
H-Hour was om 07u30 en de eerste pantserstrijdkrachten moesten Sword Beach bereiken om H-5. Force S (Sword) had de DD-tanks op drie mijl voor de kust in het water gelaten en het was duidelijk dat het alleen aan het uitstekend zeemanschap van de bemanning, de 13/18th Hussars, te danken zou zijn als ze op tijd arriveerden. De DD’s lagen diep in het water en golven van ruim een meter hoog sloegen er gedurig overheen. De monsters waren bijna niet te zien en een groep LCT’s, die hun koers kruiste, bracht er twee tot zinken en zou er nog meer tot zinken gebracht hebben, als een salvo raketten niet te kort gevallen was waardoor de LCT’s van koers moesten veranderen.
Troepen komen aan land op de Sector 'Queen' op Sword Beach.
Toen de beschieting door de oorlogsschepen eindigde, was de zee voor het strand vol kleine vaartuigen en wrakhout en vrijwel precies op tijd reden de vlegeltanks aan het hoofd van acht aanvalsgroepen Sword Beach op. In de richting van de strandwegen rijdend, begonnen ze mijnen onschadelijk te maken, terwijl ze intussen de vijandelijke stellingen onder vuur namen. Ze werden gevolgd door de hele ‘verzameling’ van gepantserde monsters (AVRE’s – Assault Vehicle, Royal Engineers), de Bobbins, de tanks die bruggen konden leggen, en de voetzoekertanks (Petards). Van de 40 DD-tanks rolden er 33 net op tijd uit het water om de infanterie over het gevaarlijkste gedeelte van het strand te kunnen helpen.
Binnen enkele minuten verleenden de wrakken van de kapotgeschoten tanks een groteske dimensie aan het inferno. Een vlegeltank zonder rupsbanden bleef op een 88-mm kanon vuren, een andere ontplofte, één van de AVRE’s verloor zijn brug en ergens raakte een DD-tank verward in een warnet van staal en prikkeldraad. Genisten, die uit de tanks kropen, drongen verder op en ruimden met de hand de versperringen weg. In het water voor het strand sprongen soldaten uit brandende landingsboten en baanden zich verder een weg naar het strand door de resten van mannen en hun uitrusting. Op de rechterflank trok het 1ste Bataljon van het South Lancashire Regiment, dat de speerpunt vormde van de 8ste Infanteriebrigade, snel achter de tanks aan over het strand en begon de vijandelijke bunkers aan te vallen. Het 2de Bataljon, het East Yorkshire Regiment, hun wapenbroeders op de linkerflank, had er meer moeite mee vaste voet te krijgen. Langs het gehele strand, van links tot rechts, was het vijandelijke vuur van handvuurwapens en mortieren intensief. Op de heuvels van Périers stond Duits pantserafweergeschut opgesteld; de vijandelijke divisieartillerie gaf vuur af op de versperringsballons.
Langzamerhand begon er orde te komen in de chaos, ondanks het feit dat er steeds meer wrakken op Sword Beach bij kwamen. Om 09u30 hadden de ‘specials’ van Hobart, de pantser-strijdkrachten van de 22nd Dragoons, de Westminster Dragoons en de twee eskadrons van het 5th Assault Regiment, zeven van de acht uitgangen van het strand vrijgemaakt. De eskadrons verzamelden zich bij La Riva; sommigen gingen daarna de commando’s steunen in hun strijd om het bezit van de sluizen in Ouistreham en bij de verovering van Lion-sur-Mer, andere traden op als speerpunten van de infanterie, die optrok naar Caen.
De South Lancashires bereikten vrij spoedig Hermanville, dat ruim twee kilometer in het binnenland lag. Ze stonden daar tegenover de belangrijke heuvels van Périers, waarop de pantserafweerkanonnen van Feuchtinger stonden opgesteld en die verdedigd werden door de 716e Infanteriedivisie. Maar de 8ste Infanteriebrigade was niet in staat de aanval voort te zetten. Vijandelijk geschut sloeg kleine aanvallen van pantserstrijdkrachten af en de infanterie moest zich ingraven in Hermanville.
Men organiseert zich op het strand.
Tegen 11u00 verzamelde de 185ste Brigade haar drie bataljons in de boomgaarden bij Hermanville. Een onmiddellijke aanval op de heuvels van Périers was noodzakelijk, niet alleen om het bruggenhoofd aan om de weg naar Caen open te breken, maar ook om het bruggenhoofd aan de Orne te verlengen. Terwijl de commandotroepen vlot doorbraken, volgde de infanterie, die gebrekkig geleid werd, in een veel langzamer tempo.
Een bijkomende oorzaak dat het front zo langzaam vorderde, was de groeiende hoeveelheid manschappen en pantserstrijdkrachten, die allemaal probeerden het strand te verlaten, verkeersopstoppingen veroorzaakten in de nauwe straten, de zijwegen en de uitgangen van de stranden. De tanks van de Staffordshire Yeomanry, die de taak hadden om de mannen van de King’s Shropshire Light Infantry op de weg naar Caen te brengen, zaten muurvast in de drukte. Het was laat toen de kanonnen op de heuvels van Périers eindelijk tot zwijgen gebracht waren en de Shropshires konden oprukken.
De frontinfanterie deed alles wat de leiders van hun verlangden, maar dat was niet genoeg. De East Yorkshires hadden er lelijk van langs gehad, vijf officieren en 60 man aan doden en 140 gewonden, maar ze hadden hun doelen bereikt. De Shropshires marcheerden brutaalweg uit Hermanville de vijand tegemoet, zonder dat hun flanken beschermd waren. Om 16u00 bereikte het bataljon, dat versterkt was door de gemechaniseerde kanonnen en de tanks van de Staffordshire Yeomanry, Biéville, nauwelijks 6 kilometer van Caen.
Soldaten van de 13th/18th Royal Hussars in Hermanville op 7 juni.
Dat bleek al spoedig een bijzonder moeilijke positie te zijn, want Feuchtinger had eindelijk de door hem gevraagde bevelen gekregen, Rommel was in vliegende haast onderweg naar zijn hoofdkwartier, Hitler was ontwaakt en de Duitse pantserstrijdkrachten waren onderweg. Bij Biéville kwamen 24 tanks van een sterke Duitse gevechtsgroep van de 21ste Pantserdivisie, die een opening zochten in de Britse aanvalsformaties, in gevecht met de Shropshires en hun tanks. Gemechaniseerde kanonnen stelden vijf vijandelijke tanks buiten gevecht, waarna de vijand terugtrok. Ondanks de dreiging van de pantserstrijdkrachten probeerden de Shropshires verder op te rukken, maar ze werden tot staan gebracht door intensief vuur uit de dicht beboste heuvels van Lébisey. Het aantal doden steeg voortdurend; een nieuwe aanval van pantserstrijdkrachten kon ieder ogenblik losbarsten en de flank-bataljons van de 185ste Brigade vorderden uiterst langzaam. Caen veroveren was een illusie.
Maar Feuchtingers pantserstrijdkrachten kwamen niet meer die kant uit. De Britten, die de heuvels van Périers bezet hadden, hadden de gevechtsgroep verder naar het westen gedrongen en de speerpunt, die geen succes gehad had tegenover de Shropshires en evenmin tegenover de Britse kanonnen, denderde noordwaarts door de opening tussen de Britse en Canadese landingsstrijdkrachten, 90 tanks sterk. de landingen op Sword Beach waren een succes.
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt? Laat het ons weten, zo wordt onze berichtgeving alleen maar beter. Wij gaan hier zo snel mogelijk mee aan de slag. Je persoonlijke gegevens worden vertrouwelijk behandeld.
Fout meldenGebruik kortingscode DDAYINFO en krijg overal 30% korting op.
Deze website maakt gebruik van Cookies om het gebruiksgemak te vergroten. Door op ‘Ok’ te klikken, geef je toestemming voor het gebruik ervan.
Meer info? Lees onze privacyverklaring en cookieverklaring.